De helaasheid der dingen, van Dimitri Verhulst

linea recta boven de beerput: right above the cesspit

drijfnat: drenched

vermolmd: mouldy; decayed

de prop: wad of paper

tegen de tocht: against the draught

“het getuigde van weinig mannelijkheid makkelijk te willen leven”

koesteren: to cherish; to foster; to harbour

het bezit: property

schakelen: to switch, shift

“Bezit bezat jou, nooit omgekeerd.”

de verleiding: temptation; seduction

zich ontpoppen: to blossom

versleten: worn, threadbare

de echtscheiding: divorce

onnavolgbaar: inimitable

de roddel: gossip

het zootje: mess

zich ontfermen over: to look after

de vent: man, bloke

teisteren: to buffet

het overspel: adultery

tenzij: unless, apart from, except for

negeren: to ignore

wijselijk: wisely; (studiously)

iets blijhouden: keep, retain (a record of sth.)

weldra: soon

zich iets veroorloven: to afford; to presume

de hofmakerij: courtship

de stoorzender: nuisance; jamming device

keurig: decent, neat

de opvoeding: education, upbringing

het gemak: convenience

de plee: toilet

opgelucht: relieved

lui: lazy

willoos: zijn wil niet uitoefenend

de walging: afkeer: revulsion

de oorsmeer: earwax

verwend: spoilt

afpersen: blackmail

neigen naar: overhellen tot; tenderen naar

deftig: bekakt, snobistisch, chic

zich bezondigen aan: zich schuldig maken aan iets

de bazin: vrouw

vereffenen: geldelijk in orden brengen

de kroeg: café

sprokkelen: zoeken; verzamelen

in het krijt: on the slate

aangetast: affected; compromised; damaged

telkens wanneer: whenever

vermaken: to amuse

de vaat: afwas

belendend: aangrenzend

het jolijt: joy

onder tafel zuipen: to drink under the table

lazarus: stomdronken

het tafereel: schouwspel

de sfeer: de atmosfeer

“de overige aanwezigen bedronken zich geduldig naar dat niveau waarop geluk en ongeluk zich in elkaar vergissen”

een tikkeltje: smidgeon

het gelijk: rechtwaardigheit; billijkheid

het onderwerp: zaal waarover men denkt of spreekt

de lippen stijf houden: to keep one’s mouth shut

gewaand: ten onrecht tot iets gehouden wordend

aanwakkeren: heviger worden

om de haverklap: altijd, telkens opnieuw

pril: nog nieuw en kwetsbaar: vulnerable

zat: dronken (steeds zatter: increasingly drunk)

op den duur: in the long run; over time

schijten: poepen (vulgair)

de darmen: bowels

Hij goot een pint bier ad fundum in zijn strot: he drained a pint of beer into his belly

onhebbelijk: vervelend: annoying, unpleasant, boring

voorwereldlijk: antediluvian; primordial

“Natuurlijk, de dingen zijn oneerlijk verdeeld, zij waren gedrochtelijk en voorbestemd om jong te sterven.”

gedrochtelijk: monstrous; horrifically deformed

uiteraard: of course, naturally, obviously

verrot: rotten

de pottenkijker: intruder

op de keper beschouwd: when it comes down to it; in the final analysis

uitdagend: challenging

de pils in één teug leerdrinken: to down the beer in a single draught

vadsige praat: idle chatter

schunnig: obscene; bawdy

het toespeling: inuendo

inzetten: deploy, engage (here: strike up a tune, I think, “entonner”)

hurken: to squat

opgelucht: relieved

“Het was een godsgeschenk geweest haar te mogen ontmoeten, hij had een geweldige avond met haar beleefd en zei dat hij nu in vrede zou sterven. Dronkenmanspraat. Maar schoon.”

belabberd: wretched

ruiken: to smell

de stal: stable; barn

opgewonden: excited

“Het speet ons. Alles in het leven speet ons. Zo waren wij.”

“Het wonder is geschied. Mijn pruim is nat en ‘t regent niet.”

zodanig: so (als zodanig: as such)

bezopen: dronken; dwaas, idioot (een bezopen idee)

geeneens: not even

iets verklappen: to reveal, divulge

de jeuk: itch

de vijver: pond, pool

de zeemermin: mermaid

gissen: guess, divine

aanvaren: to collide; to accept (here)

de enkeling: de individu

de gedraging: conduct, behaviour

de luier: nappy

luieren: to idle

onverdroten: unwearying; tireless(ly)

tenslotte: after all

de vooruitgang: progress; advancement

elkander: one another

de negorij: native village

het prentje: image

de worsteling: struggle

zuigen: suck; suckle (here)

de Zondeval: the Fall of Man

de overwinningsboog: triumphal arch

de blaasontstekking: bladder infection

jambische vijfvoeters: iambic pentameters

verorberen: to consume

begluren: to spy

de vlinder: butterfly

indien: if; when; providing

“Een gevoel dat men, indien mogelijk, in potjes zou willen doen.” (A feeling that one would bottle, if only it were possible.)

telkens als; telkens wanneer: whenever

een vingerhoedje ervan: a thimbleful of it

Maar een borst, geloof me, ontstaat plots.

vunzig (vies, goor): bawdy, gross

“het bescheiden begin van Alle Dingen”

de veestapel: livestock

versleten: worn out; threadbare

de visgeur: fishy smell

het magerte: thinness

afdoende: sufficient

de praalzucht: ostentation

protserig: flashy; showy

de brievenbus: mailbox

bedolven: buried

de uitstel: delay; postponement

onbenullig: inane

vloeibaar: liquid

Waren wij al geboren toen zij voor het laatst van onderbroek had verwisseld?

de hutsepot: stew

de mergpijp: marrowbone

de reutel: rattle

het rietje: drinking-straw

het vocht: moisture

een rammeling: a beating

de stront: shit

amper: barely

optillen: to lift

wellicht:: misschien; mogelijk

uitschelden: to swear at

gehecht: attached

vel over been: skin and bone

de teef: bitch

het geheugen: memory

de betonnen paal: concrete pole

paaien: to appease

afgeleefd: washed out

ontberen: to lack

het ambacht: beroep

het knaagdier: rodent

de riem: leash; belt, strap

de etter: pus

blaffen: to bark

(zich) beperken: to limit

“Vaak komt het beste in een mens naar boven drijven in de nabijheid van een hond…”

gekneveld: gagged; muzzled

aan een lis: on a leash

daadwerkeljk: werkelijk plaatshebbend; echt; werkelijk

iets ten uitvoer brengen: realiseren; verwezenlijken; uitvoeren; tot werkelijkheid laten worden

het oude kreng: bitch; old bag

de reu: male dog ~ de teef: bitch

de smurrie: vuile weke stof: gunk; slime

zich verzetten: resist; rebel

overal elders: anywhere else

keihard: rock-hard; adamantine; adamant

onwennigheid: unfamiliarity

de pret: fun, joy, pleasure

wreed: cruel

de vacht: coat; fur; skin

de tepel: nipple

“God schiep de dag, en wij sleepten ons erdoorheen.”

meeslepend: compelling; enthralling

groots: grand

lijken: to appear to

volstaan: to suffice; do

de nageboorte: afterbirth; placenta

de stuiptrek: convulsion

“Herinnering is de troostende stuiptrek van een leven, een hogere soort van nageboorte. Pas wanneer de herinnering is opgedroogd treedt de dood helemaal in…”

ophouden: cease; delay

de ronde, de rondgang: tour, round

wreed: hard, geweldig

bij voorbaat: van tevoren: in advance, beforehand

achterhalen: ontdekken: te weten komen: find out; unravel

en wedstrijd naaktfietsen: a naked cycling race

nochtans: however, nevertheless

de overheid: government; administration

verdienstelijk: deserving; meritorious; creditworthy

de afbreuk: harm; detriment

verpulveren: to pulverise

smeken: bidden: suppliëeren: beg, plead

voorspelbaar: predictable

vadsig: dik en traag: indolent

het vertier: entertainment; amusement

het verzoek: request

op verzoek van: at the request of

de ontgoocheling: disappointment (zware teleurstelling)

een kluitje in het riet sturen: to run s.o. round in circles
uiteraard: of course, naturally

de toog: bar

wijsmaken: laten geloven wat niet waar is

de verveling: boredom, tedium

de kantlijn: margin (in de kantlijn leven)

uitblinken: stand out; shine

het welslagen: success

per etmaal: per day

de ploeg: team; crew

koten: vomit

naar believen: at will

de huig: uvula

de steun: support

eieren klutsen: to scramble eggs

het braspartij: binge

ontglippen: escape; elude

behaagziek: coquettish

wapperen: to wave

de kruin: top; tree-crest

tochtig: draughty

verleend: granted; conferred; issued; given

rouwen: to mourn; to grieve

Daarom viel die nacht het blauwe licht van de politiewagen zo mooi op het behangpapier van onze slaapkamer, omdat het deel uitmaakte van de goddelijke choreographie.

motoriek: locomotion

plassen: to urinate

beu: tired

onnozelaar: idioot, onnozel mens, dwaas

onbehoorlijk: niet zoals het hoort; niet welvoeglijk

spoedig: binnen korte tijd; aldra, alras, dra, gauw, weldra

afzichtelijk: zeer lelijk

deftig: ekakt, chic, damesachtig, parmantig, snobistisch, statig, voornaam

het grut: kleine kinderen

het spuitgat: blowhole

op de lauweren rusten: to rest on one’s weliswaar

weliswaar: admittedly

nadruk leggen op: to place emphasis on

de zegening: blessing

Zichzelf dood drinken was voor mijn vader geen sport maar erder een sociale zegening.

de jicht: gout, arthritis

een clash tussen de generaties

onbeholpen: onhandig: awkward, clumsy, maladroit, gauche

Dikke Zulma van de Restertdreef

bezoedeld: garnished

de azijn: vinegar

uitzinnig: delirious, frenzied

de vlaag: gust; fit, flurry, bout

de vergeefsheid: futility

de ledigheid: idleness

de slokdarm: oesophagous

de slokdarm: swallowing reflex

de verdoving: anaesthetic

wauwelen: to chatter

door het lint gaan: to cross the tape

de vuilbak: dustbin

onverklaarbaar: inexplicable

de geestdrift: enthusiasm; verve; spirit

buitengooien: to throw out

tergend: agonising; excruciating

uit geldnoot: out of a need for money

te oordelen naar het vuur in zijn ogen: to judge from the fire in his eyes

het teken: sign; character; symbol; mark (ticks pl.)

getart: defied

prevelen: to mutter; mumble

het rechte pad: the right path

de kotsbak: bins for vomit

Iets onder de knie hebben, krijgen: het (gaan) beheersen, het meester zijn of worden; vaak gezegd met betr. tot kennis dienen zich eigen gemaakt heeft. Het beeld is ontleend aan het worstelen of vechten, waarin de overwinnaar de overwonnene neerwerpt en een knie op zijn borst plaatst; de oorspr. bet. (17de e.) is dan ook: aan zich onderworpen hebben, in zijn macht hebben.    Er zijn geen equivalenten in de moderne talen.

het gele maillot: yellow jersey (Tour de France)

overschot van gelijk hebben

heel erg gelijk hebben, het grootste gelijk van de wereld hebben Nu ja, de Amerikaanse popster heeft overschot van gelijk: hij kan gerust drie uur lang een stadion entertainen met zijn allergrootste hits. (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal

oftewel: anders gezegd: or rather (oppure in italiano; ou bien en français)

de machtsverhouding: balance of powers;

de verhouding: relation; proportion

oplopen: to incur (here); increase; rise; contract sth.

verwaarlosbaar:negligible; insignificant

een klimmetje: a climb

de bonificatie: bonus

uiteraard: of course, naturally, obviously

de postbode: postman

het verloop: course; passage; lapse

mekaar: elkaar

aandoenlijk: touching; endearing

onderuit halen: to drag down; undermine; destroy

beloeren: to stare at; have one’s eyes on

de beklimming; climb; ascent

snedig: witty

de lachbui: laughing fit

schunnig: obscene

het gerief: convenience

openbarsten: to explode

een genetisch bepaalde dronkelap: a genetically determined drunkard

zomaar: merely, simply

zich afbeulen: to labour, struggle

de menigte: crowd, mass, mob, throng

de woetende menigte: angry mob

de juichende menigte: cheering crowd

de spieren: muscles

beklimmen: to climb (beklommen)

een stuk in de kraag hebben: dronken zijn

de koekoek: cuckoo

de bocht: bend, turn, corner, elbow, loop

fonkelnieuw: brand new, sparkling

waarderen: appreciëren, iets op prijs stellen: to value, appreciate

mensonterend: schandalig: beestachtig, bestiaal, mensonwaardig: humiliating, degrading, inhuman etc.

ineens: plotseling, in één keer, opeens, onverwacht

pand: building, property; pledge

in pand geven: to pawn

de drinkbus: the bottle

de bruistablet: effervescent tablet

de onpasselijkheid: sickness; feeling unwell

ontglippen: to escape, elude

de spons: sponge

doodleuk: alsof het normaal is, terwijl dat niet zo is: just like that; calm as you like

in elkaar zakken: to collapse

de inschatting: estimate, assessment; estimation

de strot: throat

de kim van de bergen: the rim of the mountain

tevergeefs: zonder succes, om niet, voor noppes: in vain

het braaksel: puke, vomit

opgefokt: overwrought

de hengst: stallion

Verlokt door de legende, begeesterd door het idee.

de hekel: aversion (aan)

de ijzerhandelaar: ironmonger

de schroothandelaar: scrap dealer

ouderwets: old-fashioned

geoorloofd: toeverlaten: gepermitteerd: toelaatbaar: veroorloofd: allowed, permitted

bovenmenselijk: superhuman

Het was zodanig bovenmenselijk dat het beestachtig werd.

ontketend: unleashed, unchained, untied, unharnessed

de tandje: sprocket

de verslaggeving: reporting; coverage

de dreiging: threat, menace

de koosnaam: nickname   

de bouwwerf: construction site

verwerven: to acquire

dweilen: to mop

de goesting: appetite

de deur dichtsmijten: to slam the door

Aleen de allenen

%d bloggers like this: